Wortelen groeien het liefst in de zon op lichtere grondsoorten die diep bewerkt werd.
Wortelen hebben geen grote behoefte aan meststoffen. Bemesten we toch, dan nemen we best een samengestelde organische meststof. Compost of stalmest gebruiken we beter niet. Wortelen moet je pas water geven in extreem droge periodes.
Vertakte wortelgroei heeft als oorzaak dat de grond niet diep genoeg bewerkt werd ofwel omdat het té nat of net té droog was in een vroeg stadium van de wortelgroei. Een slechte of harde structuur van de grond kan hier ook de oorzaak zijn.
Het scheuren van de wortels komt door veel regen na een periode van droogte.
Om wortelvlieg te voorkomen kunnen we een insectengaas spannen over de planten. Ook een rij uien naast een rij wortels planten kan ervoor zorgen dat je veel minder wortelvliegen over de vloer krijgt. Omgekeerd zullen de uien dan ook minder last hebben van uienvlieg.
Wortelen zijn niet vorstgevoelig. Ze bewaren tot 1 maand in de koelkast, maar je kan ze ook bewaren door ze in de grond in te kuilen tot je ze nodig hebt.